Het Vlaams Parlement heeft de nieuwe eindtermen in de tweede en derde graad van het secundair onderwijs goedgekeurd. Een ingrijpende beslissing voor de toekomst van het onderwijs in Vlaanderen. Wat zijn die eindtermen precies en waarom was er nood aan een hervorming? En wat betekenen ze voor uw kind? Krijgt het meer leerstof of andere leerstof?
Wat zijn eindtermen?
Eindtermen bepalen wat een leerling in het secundair onderwijs aan het einde van een schooljaar of graad minimaal moet kennen en kunnen. Eindtermen zijn een aantal minimumdoelen aan kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes die de leerlingen moeten bereiken.
In het gewoon secundair onderwijs verschillen die eindtermen per graad. Er zijn met andere woorden eindtermen voor de 1e graad (1e en 2e middelbaar), de 2e graad (3e en 4e middelbaar) en de 3e graad (5e en 6e middelbaar). In de 1e graad verschillen de eindtermen per stroom: de A-stroom en de B-stroom (in de A-stroom zitten leerlingen die het getuigschrift basisonderwijs hebben gehaald, in de B-stroom de leerlingen die dat getuigschrift niet hebben gehaald).
Vanaf de 2e graad verschillen de eindtermen per zogenoemde finaliteit: doorstromen naar het hoger onderwijs, arbeidsmarktgericht of dubbele finaliteit. Die komen in de nieuwe structuur van het secundair onderwijs (zie filmpje onderaan in dit artikel) in de plaats van het algemeen secundair onderwijs (aso), beroepsonderwijs (bso), technisch onderwijs (tso) en kunstonderwijs (kso), al zijn die onderwijsvormen niet helemaal verdwenen en zijn er ook daar nog verschillen in eindtermen.